Spaans wordt door ongeveer 392 miljoen mensen gesproken in wereld. Hiermee eindigt de taal op plaats nummer 4 in de top 10 van meest gesproken talen. De top 3 van meest gesproken talen wordt gevormd door het Hindoestani, Engels en Mandarijn. In 21 landen is Spaans de officiële taal: Spanje, Mexico, Argentinië, Puerto Rico, Panama, Paraguay, Uruguay, Venezuela, Nicaragua, Peru, Costa Rica, Colombia, Bolivia, Chili, Dominicaanse Republiek, Ecuador, El Salvador, Guatemala, Honduras, Equatoriaal-Guinea en Cuba. Menig persoon is van mening dat hierom het studeren van de Spaanse taal een erg nuttige onderneming is. Veel studenten van de Spaanse taal krijgen echter te horen dat het Spaans dat gesproken wordt in Latijns-Amerika ontzettend verschilt van het Spaans dat gesproken wordt in Spanje. Velen vrezen hierom dat ze toch niet zoveel voordeel uit hun cursus Spaans zouden kunnen halen als ze van te voren dachten. Wat is hiervan waar? Wat zijn de verschillen tussen het Spaans in Spanje en Latijns-Amerika?
Kort door de bocht is het verschil tussen het Spaans in Spanje en het Spaans in Latijns-Amerika vrijwel gelijk aan het verschil tussen het Engels in Engeland en het Engels in de Verenigde Staten. Er zijn dus verschillen, maar die verschillen zijn niet zo groot dat de mensen in de Spaanstalige wereld elkaar niet zouden kunnen begrijpen. De verschillen zitten hem meer in de uitspraak en hoe bepaalde woorden gebruikt worden.
Als je uitspraak goed is, maakt het niet uit of je een Mexicaans, Colombiaans of Castiliaans accent hebt. Mensen zullen je overal in de Spaanstalige wereld begrijpen. Het is wel handig om alledaagse spreektaal of uitdrukkingen te vermijden, met het 'school' Spaans kom je het verst.
Het Spaans dat meegebracht is naar Latijns-Amerika is het Spaans dat in het zuiden van Spanje wordt gesproken. In Latijns-Amerika wordt hierom, net zoals in het zuiden van Spanje, de 'z', 'ce' en 'ci' uitgesproken als een 's' en niet als 'th' (als in 'think') zoals in Salamanca.
In het Spaans bestaat er naast het woord 'jullie' (in het Spaans 'vosotros') een formele vorm van het woord 'jullie', namelijk ustedes. In Latijns-Amerika wordt vrijwel alleen de formele vorm gebruikt. Als je 'vosotros' zegt zullen ze het wel begrijpen.
In Argentinië wordt het woord 'vos' gebruikt in plaats van 'tú'. Het vervelende is dat deze vos-vorm ook nog geheel eigen vervoegingen kent. Bijvoorbeeld:
Spanje: Tú eres medico.
Argentinië: Vos sos medico.
Latijns-Amerika staat er ook om bekend dat ze doorgaans de pretérito perfecto achterwegen laten en in plaats de pretérito indefinido gebruiken.
Het Spaans in Latijns-Amerika klinkt melodieuzer dan het Spaans in Spanje. Vele Spanjaarden vinden het accent van Argentinië om deze reden erg mooi.
De woorden pisar en cojer hebben in sommige laden in Latijns-Amerika niet dezelfde betekenis als in Spanje. Als je niet de bedoeling hebt om over seks te praten dan kun je maar beter deze woorden vermijden.
Sommige woorden zijn compleet anders in Latijns-Amerika. Tussen de verschillende landen zijn er ook nog verschillen. Bijvoorbeeld auto in het Spaans is 'coche' en in het Latijns-Amerikaans 'carro' en in Argentinië 'auto'.
Kort door de bocht is het verschil tussen het Spaans in Spanje en het Spaans in Latijns-Amerika vrijwel gelijk aan het verschil tussen het Engels in Engeland en het Engels in de Verenigde Staten. Er zijn dus verschillen, maar die verschillen zijn niet zo groot dat de mensen in de Spaanstalige wereld elkaar niet zouden kunnen begrijpen. De verschillen zitten hem meer in de uitspraak en hoe bepaalde woorden gebruikt worden.
Als je uitspraak goed is, maakt het niet uit of je een Mexicaans, Colombiaans of Castiliaans accent hebt. Mensen zullen je overal in de Spaanstalige wereld begrijpen. Het is wel handig om alledaagse spreektaal of uitdrukkingen te vermijden, met het 'school' Spaans kom je het verst.
Het Spaans dat meegebracht is naar Latijns-Amerika is het Spaans dat in het zuiden van Spanje wordt gesproken. In Latijns-Amerika wordt hierom, net zoals in het zuiden van Spanje, de 'z', 'ce' en 'ci' uitgesproken als een 's' en niet als 'th' (als in 'think') zoals in Salamanca.
In het Spaans bestaat er naast het woord 'jullie' (in het Spaans 'vosotros') een formele vorm van het woord 'jullie', namelijk ustedes. In Latijns-Amerika wordt vrijwel alleen de formele vorm gebruikt. Als je 'vosotros' zegt zullen ze het wel begrijpen.
In Argentinië wordt het woord 'vos' gebruikt in plaats van 'tú'. Het vervelende is dat deze vos-vorm ook nog geheel eigen vervoegingen kent. Bijvoorbeeld:
Spanje: Tú eres medico.
Argentinië: Vos sos medico.
Latijns-Amerika staat er ook om bekend dat ze doorgaans de pretérito perfecto achterwegen laten en in plaats de pretérito indefinido gebruiken.
Het Spaans in Latijns-Amerika klinkt melodieuzer dan het Spaans in Spanje. Vele Spanjaarden vinden het accent van Argentinië om deze reden erg mooi.
De woorden pisar en cojer hebben in sommige laden in Latijns-Amerika niet dezelfde betekenis als in Spanje. Als je niet de bedoeling hebt om over seks te praten dan kun je maar beter deze woorden vermijden.
Sommige woorden zijn compleet anders in Latijns-Amerika. Tussen de verschillende landen zijn er ook nog verschillen. Bijvoorbeeld auto in het Spaans is 'coche' en in het Latijns-Amerikaans 'carro' en in Argentinië 'auto'.
Voorbeelden van de verschillen tussen het Spaans in Spanje en in Latijns-Amerika:
Nederlands
|
Spaans (Spanje)
|
Spaans (Latijns-Amerika)
|
Auto
|
Coche
|
Carro
|
Postzegel
|
Sello
|
Estampilla
|
Grasveld
|
Cesped
|
Pasto
|
Loodgieter
|
Fontanero
|
Plomero
|
Huiswerk
|
Deberes
|
Tarea
|
Computer
|
Ordenador
|
Computadora
|
Aardappel
|
Patata
|
Papa
|
Perzik
|
Melocoton
|
Durazno
|
Aardbei
|
Fresa
|
Frutilla
|
Boter
|
Mantequilla
|
Manteca
|
Mobieltje
|
Movil
|
Cellular
|
Knap
|
Guapo
|
Lindo
|
De verschillen tussen het Spaans dat gesproken wordt in de Spaanstalige wereld zijn niet zo groot dat men elkaar niet kan verstaan. Vooral als je op de hoogte bent van de kleine verschillen is de communicatie geen probleem.