Als je
Spaanse les hebt op Tía Tula, leer je niet alleen de Spaanse taal. Je leert ook
over de Spaanse cultuur en elke dag bespreek je wel verschillen tussen jouw
eigen land, die van je klasgenootjes en die van je lerares. Ongetwijfeld zijn
er bepaalde gebruiken die zo normaal voor je zijn dat je er niet eens bij stil
staat, maar door een continue interactie in de klas, leer je niet alleen meer
dingen over Spanje, maar wordt je geheugen m.b.t. je eigen land ook nog eens
opgefrist. De leraren die les geven hebben vaak een Spaanse literatuurstudie
achter de rug en hebben naast een berg informatie een grote persoonlijke
interesse in de taal.
Zo bleek ook weer deze week. De dagen van de week (lunes,
martes, miércoles, jueves, viernes, sábado y domingo) zijn geen probleem om op
te sommen. Maar als je weet waarom lunes
nou eigenlijk lunes heet, wordt het
veel interessanter (en wellicht makkelijker om te onthouden). Om dit verder uit te
leggen, is het handig om eerst te weten dat de Spaanse taal (samen met het Frans, Italiaans,
Portugees en Roemeens) afstamt van de Romaanse taal – wat de nog enige
‘levende’ tak is van het Latijn. Het Nederlands, Engels, Duits, Deens, IJslands,
Noors en Zweeds daarentegen zijn Germaanse talen en kennen een compleet andere
taalconstructie – en dus ook historie.
Om te beginnen, is lunes
‘el día de la luna’ en genoemd naar de maan. Martes is ‘el día Marte’ wat naar de planeet Mars verwijst. Miércoles is el día de
Mercurio (planeet Mercurius) en jueves
is vernoemd naar Jupiter – oftewel el día de Jupiter. Planeet of godin Venus heeft viernes (el día de Venus) op haar naam
staan. Met el fin de la semana
blijven sábado en domingo over: de eerstgenoemde staat
voor el día del Sabbat terwijl zondag traditioneel voor God staat: el día del
“Señor” oftewel de Heer Dominus. In de Germaanse taal vinden de dagen van de
week (naast de zon, maan en Saturnus) hun oorsprong in heel andere
mythologische goden (Tiwaz, Wodan, Donar en Friia), terwijl in de Romaanse taal
de zeven dagen gewijdt zijn aan de zeven hemellichamen. Waarom dan deze zeven,
vraag je je misschien af – Uranus zweeft toch ook ergens rondt? Klopt, maar
alleen de zon, maan en bovengenoemde vijf planeten zijn overdag met het blote
oog te zien. Goede ogen, die Romeinen…
Geen opmerkingen:
Een reactie posten